-
1 bride
bride [bried]〈v.〉1 teugel ⇒ leidsel, toom2 bandje♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 lâcher la bride à qc., qn. • iets de vrije loop, iemand de vrije hand latenà bride abattue • met losse teugelà toute bride • spoorslagsf1) teugel, breidel2) bandje -
2 bridé
bride [bried]〈v.〉1 teugel ⇒ leidsel, toom2 bandje♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 lâcher la bride à qc., qn. • iets de vrije loop, iemand de vrije hand latenà bride abattue • met losse teugelà toute bride • spoorslags1. adj:2. moteur bridéadj3. yeux bridésadj -
3 tenir qc. en bride
tenir qc. en bride -
4 Fessel
Fessel〈v.; Fessel, Fesseln〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 in Fesseln halten • in toom houden, beperkenetwas als Fessel empfinden • iets als een belemmering ervaren -
5 kurz
〈 kürzer, (am) kürzest(en)〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 kürzer treten • versoberen, bezuinigen, een stapje terug doenkurz parken • parkeren in een parkeerzonebinnen kurzem • weldrain kürzester Zeit • in de kortst mogelijke tijdseit kurzem • sedert kortüber kurz oder lang • vroeg of laatvor kurzem • kortelings, kort geleden4 er fuhr kurz entschlossen ab • hij vertrok zonder dralen, resoluutkurz nach, vor drei • kort na, vóór drie uur5 kurz gefasst • kort, bondigsich kurz fassen • het kort makenkurz gesagt • om kort te gaanetwas in, mit kurzen Worten sagen • iets in korte bewoordingen zeggenkurz und gut, 〈informeel; schertsend〉kurz und klein, wir entschlossen uns abzufahren • kort en goed, we besloten te vertrekken
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский